Vandaag gaan we een stukje eigen Belgische autohistorie boven halen, namelijk het Luikse Imperia. Een ooit heel groot merk in ons land dat je kan vergelijken met wat nu BMW is.
Het in 1904 opgerichtte bedrijf was de voorloper van Pieper, die elektrische trammen, fietsen, motorfietsen en ook auto's maakten. Aanvankelijk waren ze gevestigd ter hoogte van de rue de Fragnée in Luik, maar al na drie jaar verhuisden ze naar Nessonvaux in Trooz. Ze hadden namelijk meer productiecapaciteit nodig omdat ze op zo'n korte tijd zo succesvol waren. Daar bouwden ze in 1908 de allereerste hybridewagen. De hybride was dus geen uitvinding van Toyota of Honda, maar van het Belgische Imperia! Ook de twee andere modellen van Imperia die in dat jaar gecommercialiseerd werden waren een succes.
Op het circuit van Brooklands haalden ze in 1910 een snelheid van 144 km/u, zeer snel in die tijd. De prestaties van hun motoren waren altijd uitstekend. Het sportieve merk lanceerde zo een viercilindermotor van 1100 cc in 1923 en in 1927 wam er een auto met een zescilindermotor van 1650 cc
Imperia heeft veel andere merken overgenomen. Zoals het Spaanse Abadal in 1914. In het buitenland werden de Imperiamodellen onder de naam Imperia-Abadal aan de man gebracht. Ook het merk Springuel uit Hoei werd in het merkenfiche toegevoegd.
Tijdens de eerste wereldoorlog werd de fabriek geplunderd. De machines in de fabriek werden door de Duitse bezetter in beslag genomen en Springuel moest worden verkocht om niet over kop te gaan.
Mathieu Van Roggen, de Nederlander die na de oorlog de touwtjes in handen nam bij Imperia, wist het merk terug op te bouwen en bezorgde de Luikenaars hun gouden decennium in de jaren 20'. De jaarproductie werd al snel opgevoerd tot 500 stuks en het bleef snel stijgen. Nu het verhaal met Abadal en Springuel gedaan was zocht Imperia nieuwe partners en die vonden ze in Excelsior en Mettalurgique, twee andere Belgische bedrijven uit de autosector. Om plaats te besparen bouwden ze hun testcircuit op het dak van de fabriek. De hele lopende band ging zo naar boven toe tot het het dak bereikte van waaruit de auto's terug naar de begane grond konden. Ook in de racerij was het Belgische merk succesvol en ze hadden een zeer groot dealernetwerk.
 |
| www.imperia-auto.be |
Ook Imperia werd slachtoffer van de crisis. De verkopen liepen terug en het geld dat overbleef werd in de nieuwe Minerva gepompt. Hierdoor werden nog enkel in licentie wagens, bussen en trucks van andere merken geproduceert. De grote, karakteristieke grilles die modellen van Imperia zo kenmerkten waren niet meer. Zo werden er tot de oorlog 20000 Minervas in elkaar gestoken.
Door de tweede wereldoorlog werd het avontuur met Minerva niks. Imperia kwam hierdoor zonder troefkaarten uit de oorlog terwijl steeds meer buitenlandse concurrenten marktaandeel van Imperia afsnoepten. Er werden in licentie nog wagens gemaakt van Triumph en Standard nadat ze de Volkswagen Kever niet wilden produceren omdat de arbeiders in de fabriek de auto beschouwden als 'vijandelijk'. Helaas waren de kopies van andere merken onvoldoende om het tij te keren. Imperia had simpelweg geen kapitaal voor eigen nieuwe modellen. Het enige dat nog uit eigen huis kwam was een SUV van Minerva. In 1958 stierf het laatste Belgische automerk
 |
| www.motorstown.com |
 |
| www.motorstown.com |
Maar in 2008 werden de rechten op de naam Imperia opgekocht door Green Propulsion. Volgend jaar start de verkoop van de hybride GP, het nieuwe model. Uit de 2 liter motor van de vorige Clio komt 200 pk. Genoeg om in net geen zeven seconden aan de 100 km/u te zitten. Als de elektrische motor meedoet geraakt hij zelfs in 4,8 seconden aan 100 km/u. De batterij laadt op in 4 uur waarna je slechts 87 gram co2 de lucht in gooit. Allemaal heel mooie waardes voor een auto die ongeveer 90000 euro kost. Er komt ook een 'first edition' van 50 stuks die 130000 euro in het laadje moet brengen per exemplaar. Men hoopt om 250 stuks per jaar te verkopen. Er is dus terug leven in de brouwerij!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten